Onderzoek op het Lorentz Casimir Lyceum Eindhoven 

Wat is onderzoeken?

​

Onderzoek is:

• Het verzamelen en analyseren van (nieuwe) informatie om antwoord te vinden op een door jou gestelde vraag.

• Het heeft als doel om je kennis over een bepaald onderwerp te vergroten.

• Startpunt voor ieder onderzoek vormt het opstellen van zoekwoorden. 

• Verwerk de zoekwoorden in zoekvragen, zodat je veel goede informatie kunt vinden.

• Maak een korte samenvatting (in jouw eigen woorden) van de informatie die je gevonden hebt. 

​

Wat heb je nodig?

Pen en papier: voor het maken van een mindmap.

Computer: een Word-bestand, met in de bestandsnaam: datum, naam leerling(en), naam project. 

Tip: maak in OneDrive een map aan met Quest, zodat je het bestand makkelijk kunt terug vinden.

​

Stappenplan onderzoek

​

1. Kies een onderwerp binnen één van de invalshoeken.

• Welk onderwerp spreekt jou aan binnen één van de invalshoeken?

 

2. Wat weet je al?​

• Schrijf op wat je al over je onderwerp weet.

• ​Zet dit in het Word-document​

 

3. Wat wil je te weten komen?

• ​Schrijf op wat je nog niet weet over je onderwerp, maar wel te weten wilt komen.

• Maak een mindmap met woorden.

• Schrijf vragen op waar de woorden in verwerkt zijn.

• Gebruik de zoekfuncties van Google om goede antwoorden te vinden.

​​​

4. Welke bronnen?​

• Waar heb je de informatie gevonden?

• Zijn de bronnen betrouwbaar? Wanneer kan je een bron gebruiken?

  • Wie is de auteur (dat kan een persoon of een organisatie zijn)?​

    • Heeft de auteur belang bij het artikel? Bedrijven zijn namelijk altijd heel erg positief over hun eigen informatie.​

    • Wat voor werk heeft de auteur? Journalisten zijn eerder te vertrouwen dan influencers.

• • Wat voor tekst is het:

    • Nieuws, wetenschappelijk of vermaak? Hoe serieuzer, hoe bruikbaarder.​

  • Klopt de gevonden informatie? Is de gevonden informatie nog steeds waar? ​​

    • Bij nieuws wil je vaak de nieuwste informatie.​

    • Wetenschap gaat met stappen vooruit en kan dus snel verouderen.

    • Zijn er andere bronnen die hetzelfde beweren (vaak heb je daarvoor 3 bronnen nodig).

 

5. Bronnenlijst bijhouden

• Schrijf op (heel belangrijk) welke bronnen je hebt gebruikt (dat zijn websites, boeken, tijdschriften).

• Wie is de auteur? Of is er een organisatie die de tekst geschreven heeft? Schrijf deze informatie ook bij de bron in de bronnenlijst.

• Geef ook de datum aan waarop je de informatie hebt gevonden. Dat zet je bij de bron in de bronnenlijst.

• Wil je een bronnenlijst meteen helemaal goed maken, zoals bij echte onderzoekers? Klik dan hier.

​

6. Verwerken van de informatie ​

• Gebruik alleen de gegevens die nodig zijn voor het beantwoorden van je vraag.

• Bewaar je informatie op een overzichtelijke manier: maak kopjes in de teksten en plaats alles in een logische volgorde in jouw Word-document.

• Heb je alle informatie gevonden die je nodig hebt? Anders zoek je nog even door en herhaal je de voorgaande stappen. 

​

7. Samenvatting 

• Maak een korte samenvatting (in jouw eigen woorden) van de informatie die je gevonden hebt. ​

 

8. Presenteren​

• Laat zien wat je hebt onderzocht en presenteer aan de andere leerlingen in jouw klas wat je hebt onderzocht. ​​

 

9. Reflectie

Maak een kopje in jouw document met 'Reflectie'.

 

Individueel​

• Hoe verliep jouw onderzoeksproces?

• Ben je tevreden, heb je alle informatie gevonden?

• Hoe zou je het de volgende keer (anders) doen?

• Wat zou eventueel een extra onderzoek zijn?

​

​Groepsreflectie

• Als je in duo's of in groepjes onderzoek hebt gedaan, schrijf je eerst ieder afzonderlijk een reflectie.

• Bedenk vervolgens voor ieder van je groepsgenoten twee tips en tops. Tips zijn verbeterpunten, tops zijn onderdelen die juist goed gaan.

• Komt het oordeel van je groepsgenoten overeen met het beeld dat je van jezelf hebt?

​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​

​​